Bangkok, Thailand, 4 oktober 1998 Half augustus kwamen we Noord Thailand in. De Gouden Driehoek, wereldberucht. Hier komen we tot rust in een hilltribe-dorp, waar het heerlijk toeven is en de opiumpijp lustig rondgaat.
tempel bij Sukothai... Al bussend door het platteland zakken we af naar Bangkok. Leuke stad als je de hitte, het lawaai en de luchtvervuiling kunt verdragen. We bezoeken tempels, Patpong (de Walletjes van Bangkok), vermaken ons over de Europese mannen van middelbare leeftijd die pronken met hun kleine Thaise 'vriendinnetjes'. We veroorloven ons een high tea in het poepchique Regent Hotel en overnachten bij de Khao San straat, waar alles is wat het reizigershartje begeert. E-mail service, guesthouses, full body massage, tattoo- en piercingshops. Vanuit Bangkok maken we een dagtocht naar de Bridge over the River Kwai. Het visum voor Burma kost enige moeite: "Bent u journalist", "Bent u lid van Amnesty International". Na het succesvol doorlopen van dit interview vliegen we naar Yangoon, de hoofdstad. Burma is een schitterend land, geregeerd door een abominabele militaire junta. Maar ondanks deze onderdrukking hebben de mensen wonderwel hun glimlach behouden en zijn bijzonder gastvrij. De mannen lopen in longyi's (lange rokken) en kauwen op betelnoot, wat hun tanden rood kleurt. Door het veelvuldig uitspugen van het sap ervan lijken de straten soms op bloederige Rorschach-tests. George Orwell beschreef Burma in 1934 en er lijkt sindsdien weinig te zijn veranderd. We reizen met paard en wagen door de stadjes. In Mandalay wonen we een indrukwekkende dans- en drama-uitvoering van de Moustache Brothers bij. Nou ja, er is er nog maar 1 over. De ander zit 7 jaar in de gevangenis omdat hij een grap maakte over de regering. Diens vrouw danst ook die avond, breed lachend, met een moed en levenslust om kippevel van te krijgen. Vorige week kwamen we terug in Bangkok om direct weer door te reizen naar Cambodia. Nee, we zijn niet levensmoe. Het land is, hoewel politiek onrustig, niet gevaarlijk om te reizen. Je moet alleen niet door het gras gaan wandelen, want her en der liggen nog zo'n 4 miljoen landmijnen. Ons doel: een bezoek aan Angkor, een stad uit de twaalfde eeuw, die na de ineenstorting van het Khmer-rijk door de jungle werd overwoekerd. Tot eind vorige eeuw, toen een Franse bioloog er over struikelde. Honderd jaar later doet Ina hetzelfde en heeft nu een lelijk gat in haar scheenbeen, inmiddels beplakt met een olifanten-en-konijntjes-pleister. Een andere leuke toeristen-attractie is schieten met een Kalashnikov of een anti-tankgranaat. Voor 300 dollar mag je een koe opblazen. Morgen gaan we, een beetje tempelmoe (maar voldaan) vanuit Bangkok naar Maleisie. 22 uur in de trein. Duiken aan de oostkust, post ophalen in Kuala Lumpur (Jippie! Altijd weer spannend!), luieren aan het strand. Eind oktober vliegen we naar Australie. Nog vier 'ontdekkings'-maanden voor ons! We hopen weer van jullie te horen. |